de saudade

de saudade
Saudade voor de noordkust van Spanje

maandag 19 november 2012

Préveza

Op donderdag 11 oktober hebben we om 9.00 uur afgesproken om uit het water gehesen te worden, dus we gooien om circa 8.30 uur los in de haven.


Préveza; de haven.

Préveza; de kade. Hier lagen wij dus niet.













De afgelopen twee weken hebben we hier de boot winterklaar gemaakt en ons prima vermaakt in het stadje. Zaterdag bijvoorbeeld was er live muziek op straat en konden de voetjes van de vloer. De muziek hoorde bij een manifestatie tegen de fascistische partij die bij de laatste verkiezingen veel stemmen gekregen heeft. We raken aan de praat met de bevlogen mensen van de organisatie en belanden met hen nog in een leuke kroeg. Het is erg onzeker voor hen hoe het komende jaar met alle bezuinigingen die al doorgevoerd zijn en nog op komst zijn, zal verlopen.


Onderweg naar de kraan.
Bij de kraan aangekomen blijkt er om 8.00 uur een extra boot gelift te zijn, dus iedereen schuift een uurtje op. Geen probleem, we hebben alle tijd.

Eerst even afspuiten.
Schipper te voet.















Het hijsen gaat prima, zeer professioneel, en we worden naar een plek achteraan op het terrein gereden. Ionion Marine blijkt nog steeds uit te breiden en dit is een heel nieuw gedeelte. Elektra en water zijn net aangesloten, maar het nieuwe toiletgebouw is nog niet in gebruik. We moeten daardoor een pittig eindje lopen, op tijd bedenken dat je moet dus. We komen op prima stalen bokken te staan, 6 steunen in totaal, welke met kettingspanners worden vastgezet. Een ladder is direct beschikbaar, je hoeft er niet om te vragen. En wat verder opvalt is dat er veel ruimte tussen de boten gelaten wordt, dus dat is handig met poetsen volgend jaar. In onze directe omgeving staan nog de nodige Nederlanders die dezelfde vlucht naar huis hebben. Het enige nadeel hier is de grote hoeveelheid muggen, zelfs Willem is een keer gestoken!
Zo staat de Saudade nu dus geparkeerd.

En zo is deze zeiltrip dan tot een einde gekomen. We hebben er wederom erg van genoten, hoewel de grote afstand ons, ondanks dat we veel tijd hadden, een beetje op begon te breken op het laatst. Voor ons gevoel was de afgelegde afstand groter dan in 2011, wellicht doordat de grotere oversteken later in het traject zaten. Dit jaar legden wij 1.880 zeemijlen af in 49 vaardagen, nagenoeg gelijk aan 2011.







Tot de volgende keer!
PS de komende tijd gaan wij nog foto-albums on-line zetten.






woensdag 3 oktober 2012


Zuidoost Italië en (een klein stukje) noordwest Griekenland

Vrijdagochtend (7 september) hangen er nog dreigende Cumulus Nimbi om ons heen en daar houden wij niet van dus blijven we nog een dagje in Milazzo. We krijgen het gelijk aan onze zijde als het later die ochtend flink regent. ’s Middags is het weer droog, een mooie gelegenheid voor een wandeling naar het kasteel om dit te bekijken. Maaaaarrrrr, waar wij domme noord Europeanen geen moment bij stil hadden gestaan, dit blijkt gesloten tussen 12.30 uur en 16.30 uur. Erg handig voor een toeristische attractie. Zaterdags ziet het weer er veel vriendelijker uit en zetten wij koers naar de Straat van Messina. Tot voorbij het smalste punt van deze straat is er weinig wind en hebben we zoals verwacht stroom mee, circa 2 knopen. Bij Punta Pezzo varen veel veerponten, goed opletten dus. De wind neemt geleidelijk toe tot uiteindelijk 25 knopen, dat zal het trechter effect zijn, en komt pal van achteren. We speren alleen op de genua richting onze bestemming Reggio di Calabria, hoewel er op dit stuk merkwaardig genoeg een lichte tegenstroom staat (geen verrassing voor ons dankzij de info van Frieder, Hanne en Jörg a/b van de Kairos, top!) en komen we slechts één flinke stroomrafeling tegen. Gelukkig geen grote draaikolken zoals vroeger gevreesd door de legende van Odysseus.
Oude Texelse boot?
Bij de binnenvaart van Reggio di Calabria worden we verrast door twee veerponten aan de kade die verdacht veel op de oude Texelse boten lijken. Er gaan hier vandaan veerponten naar Malta en als wij het ons goed herinneren zijn zij daar naar toe verkocht indertijd, dus ze zouden het kunnen zijn. Vlak bij onze ligplaats is een dieselpomp. Dus de tank weer even afgevuld met de diesel uit de jerrycans en de jerrycans bij de pomp weer gevuld. Onze aardige Franse buren zien ons handige systeem voor het overhevelen van de diesel uit de jerrycan in de tank (een slang met een balletje wat door op de bodem van de jerrycan te tikken zelf gaat hevelen) en willen dat ook wel eens proberen. Dat kan. Als je van lelijkheid houdt, moet je hier zijn. De haven is een lelijke betonnen bak met een snelweg en een spoor voor de deur en de stad, wat wij er in een uurtje van gezien hebben, is ook lelijk. Wij vinden het dus niet erg om de volgende dag direct door te gaan naar Roccella Ionica, aan de andere kant van de neus van de laars, zeg maar.
Capo dell'Armi, zuidpunt Italië.
Het is een mooie tocht, doordat het tot dicht onder de kant diep is kunnen we vlak onder de kust varen. De haveningang van Roccella Ionica verzand nogal, maar er wordt een paadje open gehouden en het pilotboek geeft een goede beschrijving hoe je deze het beste aan kunt lopen. Toch altijd een beetje spannend dan zo’n aanloop. En, we zijn nog maar net in de Ionische zee of we zien weer eens dolfijnen! Die hadden we sinds Sardinië niet meer gezien. Maandags blijven we een dagje. De haven is ongeveer 3 kilometer buiten het dorp en het is een leuke fietstocht langs het water er heen. Terug langs een drukke weg, want daar is een goede supermarkt. ’s Avonds nog een laatste keer pizza eten in het restaurant op de haven, want de volgende ochtend vertrekken we vroeg naar Paxos, Griekenland.
Bij zonsopkomst is Griekenland nog niet in zicht.
In het opkomende zonlicht hebben we al gelijk een dolfijn voor de boeg, dat is een goed begin. De Golfo di Squillace geeft pittig wind, tot 20 knopen (5 Bf). Daar schijnt altijd veel wind te staan. We kunnen een aantal uren lekker zeilen, daarna is de wind een tijdje op om in de nacht weer wat aan te trekken zodat we kunnen motorzeilen. Bovendien hebben we stroom mee, dus dat gaat lekker snel. We hebben weer een mooie sterrenhemel; gelukkig blijft het helder en hebben we geen regen zoals we een klein beetje verwacht hadden. ’s Morgens vroeg slaat de motor af. Er blijkt toch weer lucht in de brandstofleiding te zitten, daar moet dus structureel iets aan gedaan worden. We zien nog een aantal keren kort dolfijnen, blijkbaar zit er in de Ionische zee meer voedsel voor ze. Woensdag 12 september vroeg in de middag laten we het anker vallen in de prachtige baai van Lakka op de noordpunt van het eiland Paxos. Heerlijk relaxen nu, want we zijn bijna op de plaats van bestemming. Dit is bekend terrein voor ons, want in de jaren voordat we zelf een zeilboot hadden, hebben we in deze omgeving een aantal keren gehuurd. Een goede ankerplek, een gezellig plaatsje voor de deur, lekker uit eten met tzatziki, moussaka en Griekse salade, schooiende katten bij de tafel, het geluid van de krekels ‘s avonds, geen problemen waar de dingy aan te leggen en vervolgens op het terras aan het water internetten, kortom: wij voelen ons helemaal HAPPY! 
De baai van Lakka, Paxos; is het geen plaatje?
Wij liggen achter de rode boot.

Het is druk in de baai, o.a. met flottieljes. Deze baai is prima beschut en dat is nodig ook de komende dagen want er komt harde wind, onweer en regen. Het slechte weer is onderdeel van een groot systeem in de Middellandse zee die bij Frieder, Hanne en Jörg op de Kairos in noord Sardinië harde noordelijke wind geeft en bij ons harde zuidelijke wind. Donderdag op vrijdag nacht begint het te waaien en het weerlichten houdt niet meer op. Voor de eerste maal in ons zeilersbestaan houden we ankerwacht, maar het anker houdt het goed. Dat gaat niet op voor diverse andere boten als er vrijdagochtend in een onweersbui tot 50 knopen wind zit.
De terrassen staan zo dicht aan de kade,
dat de masten in het tafelblad  weerspiegelen.

















Een aantal ongelukkigen moet in de stromende regen opnieuw ankeren. Gelukkig is er geen schade. Zaterdagochtend is het droog en vertrekken er een aantal boten, ook van de kade zodat er een plekje voor ons vrijkomt. Net op tijd voordat het ’s middags enorm gaat plenzen en de straten blank komen te staan. Ook zondagochtend is er nog regen, wij blijven lekker liggen en vermaken ons ’s avonds met goede muziek in wat een beetje onze stamkroeg is geworden. Maandag is het weer mooi weer. We huren een quad en tuffen over het eiland tot aan de zuidpunt. Het is eigenlijk een herrieding en als het te stijl wordt moet Jeanet een stukje lopen, maar ja, je moet het eens geprobeerd hebben.                  

De onweersbui betekende het einde van de oude vlag.



Het herrieding.
Dinsdag op naar Préveza, 35 mijl zuidelijker aan het vaste land. Daar gaat de boot                  11 oktober op de wal. Of eigenlijk niet in Préveza zelf, maar aan “de andere kant”. Daarmee wordt de overkant van het vaarwater naar de Golf van Amvrakia bedoeld, welke langs Préveza loopt. Die landpunt heet eigenlijk Aktion en daar is tevens het vliegveld. Bij het binnenvaren zien we het woud van masten al waar wij straks ook tussen zullen staan. Préveza heeft een lange kade waar je (gratis) kunt liggen, maar als wij er aankomen liggen de boten behoorlijk te deinen dus wij varen gelijk door de haven in waar het water een stuk rustiger is. Het blijkt er maar € 10 per nacht te kosten en dan heb je water en elektra. Een prima plek om de boot winterklaar te maken en dat doen dus ook veel mensen. De centrale vragen hier zijn 1. Wanneer ga je op de kant en 2 Bij wie? Er zijn namelijk aan de overkant 3 bedrijven die boten stallen. Heel grappig. Préveza blijkt een verrassend leuk en gezellig oud centrum te hebben met veel restaurantjes, barretjes en winkeltjes en aan de waterkant dus een brede kade/boulevard. Verder zijn er alle soorten winkels zodat je alles kunt krijgen wat je nodig hebt. We hebben een paar gezellige dagen met de Engelse buren en kunnen ons mooi alvast oriënteren.
Er is nog veel tijd en voor de komende week wordt heel mooi warm weer verwacht. Een goede combinatie om nog een mooie ankerbaai op te zoeken. We hebben goede herinneringen aan de baai van Vlicho op het eiland Levkas. Het is slechts een kleine 20 mijl, dus we hoeven zondag 23 september niet vroeg weg. Eerst richting het Levkas kanaal waar je aan de noordkant eerst door een brug moet. Die draait elk heel uur. De aanloopgeul naar de brug blijkt flink verplaatst als gevolg van verzanding. Op de plek van ons waypoint (uit het “actuele” pilotboek gehaald) is nu een zandbank! We gooien op tijd het roer om zodat een stranding wordt voorkomen. Naarmate we verder door het kanaal varen neemt de wind uit het noorden toe o.a. door het trechtereffect. Eenmaal weer op ruimer water kunnen we op de genua verder tot aan de ingang van de baai van Vlicho.
De baai van Vlicho, Levkas.
Er liggen best aardig wat bootjes voor anker, maar de baai is zo groot dat je net zo ruim kunt gaan liggen als je wilt. Van wind is hier de rest van de week vrijwel niets te merken. Het is heerlijk rustig, het water heeft een lekkere temperatuur, de lucht ook (rond 28 graden), leuke barretjes en restaurantjes op de kant, een uitstapje met de bijboot naar Nidri. Kortom een weekje luieren en genieten. Vrijdag 28 september gaan we dezelfde route weer retour. In Préveza meren we weer af in de haven, nu om de boot winterklaar te maken. Op zaterdag kunnen we tangodansen in een café aan de kade. Het is een klein groepje jonge mensen die hier een maal per twee weken les krijgt en aansluitend een salon organiseert. Lekker om weer even de voetjes over de vloer te laten gaan. Inmiddels zitten de zeilen schoon en droog in de zak en heeft ook de rubberboot de hoognodige schrobbeurt gehad. Het is lekker om veel tijd te hebben zodat we alles op ons gemak kunnen doen, het is namelijk nog steeds flink warm. Zo kabbelt het geleidelijk naar de datum van onze terugkeer.
Wij kijken er naar uit iedereen weer te zien!

donderdag 6 september 2012


Zuidkust Sardinië en noordkust Sicilië

Het is 1 september, de meteorologische herfst is begonnen en of het toeval is of niet, we hebben voor de eerste maal deze zomer serieuze bewolking en regen. We hebben hier een kleine uitloper van de mistral, die in zuid Frankrijk 9 Bf geeft. Hier is Castellammare di Golfo, noordwest Sicilië, waar we woensdag 29 augustus na een rustige overtocht vanuit zuid Sardinië aankwamen. Deze keer hadden we een bijna volle maan en dus best veel licht waardoor er dan weer minder sterren te bewonderen zijn. We hebben 10 dagen genoten van de zuidkust van Sardinië, deels ongerept en weinig bewoond. Na Calasetta ankerden we een nacht in Porto Malfatano. De naam “Porto” is hier nogal misleidend, want het is geen haven alleen een ankerbaai.

Zuidpunt Sardinië
Daarna een heerlijke zeilmiddag naar Marina di Capitana in de golf van Cagliari, onze grootste misser tot nu toe. Hier maakten we kennis met een voor ons nieuw fenomeen, het gehannes over tarieven. Let op: de prijs volgens de lijst was meer dan € 80!!! Blijkbaar vonden ze dat voor ons wat aan de hoge kant, want het alleraardigste meisje van de administratie vroeg €70, dat is zonder ontbijt. Nadat ze de ontzetting op Jeanet’s gezicht had gezien werd het € 65, maar lager kon ze echt niet gaan of haar baas zou haar vermoorden. En wij hadden nog wel het idee uit het pilotboek dat het hier niet heel duur zou zijn. Op zoek naar internet blijken we in een soort Wassenaar terecht gekomen: alleen maar villa’s. Langs een drukke weg is een gelateria met karaoke waar een flesje bier bijna € 5 kost. Bizarre plaats hier. Voor dit bedrag kunnen we vast wel in Cagliari zelf terecht en de volgende morgen bellen we eerst 2 marina’s voor de prijs. Marina Del Sole is € 25, wat bij aankomst eigenlijk  € 30 blijkt te zijn zodat we € 28 afspreken, maar omdat er bij beide partijen tekort kleingeld is betalen we uiteindelijk € 26! Uiteraard alleen contant af te rekenen. Het is komisch maar tegelijk ook triest dat het in dit land zo gaat. Wat verder opvalt in Italië: heel weinig banken en pinautomaten (in Spanje is er zo ongeveer op iedere hoek van de straat eentje), zodat er vaak een lange rij staat (of zijn de Italianen hun geld van de bank aan het halen voor het te laat is? En hebben wij dat gemist omdat sinds de wereldomroep niet meer uitzendt onze nieuwsgaring minimaal is), er bijna geen vuilniscontainers zijn en dat het ijs erg lekker en niet duur is.
De marina ligt nogal buiten het centrum, maar er gaat een bus. Ook deze stad blijkt weer zeer de moeite waard om te bezoeken met een mooie kathedraal, verschillende monumenten en het provinciehuis blijkt open om te bezichtigen.
Cagliari

Verder weer de gebruikelijke zoektocht naar de supermarkt die op 20 minuten lopen ligt, maar voordat je hem gevonden hebt ben je wel even langer onderweg. Later doen we dit op de fiets, dat gaat beter. Deze jachthaven is een soort oase tussen alle glimmende marina’s. Het is er nogal provisorisch allemaal, zo zijn de toiletten en douches in een soort portacabins op de stijger, maar het is er gezellig druk. Er wonen mensen aan boord en er schijnen ook nogal wat overwinteraars te komen. En er wordt regelmatig iets georganiseerd, zo is er deze zaterdag een barbecue. Dat komt mooi uit, want de windrichting is eerst nog verkeerd om naar Sicilië over te steken (jullie raden het vast al: oost) en zaterdag/zondag komt er een mistral. Op de barbecue zijn, naast vaste ligplaatshouders, Engelsen, Zweden, Amerikanen en zelfs Australiërs afgekomen. Veel gezelligheid en ervaringen uitwisselen dus. De mistral is inmiddels opgestoken en geeft tot 40 knopen wind (8 Bf). Maandag laten we de zee nog een dagje uitdeinen en doen we de was. 
De was droogt lekker snel.

Dinsdag 28 augustus gaan we vroeg op pad voor de kleine 200 mijl naar Sicilië. Tot in de nacht hebben we een lichte tegenwind, later komt die uit een gunstiger richting. In de morgen hapert de motor en slaat af. Een verstopt filter denken we eerst, hoewel deze pas vervangen is. Eerst dan maar eens de tank bijgevuld met diesel uit de jerrycans en ontlucht. Maar na een aantal uren herhaalt het probleem zich en blijkt dat er wederom lucht in de leiding zit. Willem draait alle slangenklemmen aan en het probleem blijft weg.
Woensdag in de namiddag arriveren we dus in Castellammare di Golfo. In het pilotboek hebben we gelezen dat je hier in de haven kunt ankeren, wat we de eerste nacht ook doen, maar inmiddels zijn er de nodige stijgers bij gekomen waardoor er nog maar weinig plaats over is voor ankeraars. Na de eerste nacht gaan we aan een steiger vastmaken; kost in augustus € 40 en per 1 september €35, geen douches! Castellammare ligt prachtig in een hoek van de baai tegen de berg opgebouwd.

Het is een leuke plek en we struinen een paar dagen rond, komen toevallig op een markt met o.a. heerlijk ruikende verse olijven, gedroogde tomaten en oregano. En heel zoete witte druiven van een soort die alleen op Sicilië voor schijnt te komen en waar uiteraard ook wijn van wordt gemaakt. Zondag 2 september is het ’s ochtends lekker weer zodat we vroeg vertrekken richting Palermo. Met de bus vanuit Castellammare naar Palermo lukte niet, dus dan maar de jachthaven proberen, die niet al te groot is. Voor de zekerheid bellen we eerst of er plek is, maar helaas is het vol. Dan gaan we door naar San Nicola L’Arena. Het betrekt steeds meer en het laatste uur is het regenachtig. De jachthaven blijkt overvol, we kunnen vastmaken aan de dieselsteiger, waarna een paar chagrijnige maffiose types € 40 komen innen. Daarvoor heb je water, elektra, een ontzettend vies toilet en douches zonder dak (en het regent). En dit is het laatste wat we er over schrijven: de prijs – kwaliteit verhouding vinden wij hier slecht en Jeanet probeert zich er niet te veel aan te ergeren.
Die ochtend kort na ons vertrek hadden we een vreemde ervaring: de GPS had geen bereik. Dat is voor het eerst in al die jaren dat we nu varen. Je haalt je gelijk van alles in je hoofd: draadje los, oorlog uitgebroken of een terroristische aanslag? De reserve hand-GPS had in eerste instantie ook geen bereik, maar geleidelijk pikte die weer voldoende satellieten op voor een positie en later ging de oude GPS het ook weer doen. Gewoon een slechte dekking hier dus. De motor had geen probleem meer met lucht in de leidingen, dus dat lijkt opgelost.
Cefalu

De volgende bestemming is Cefalù, slechts een kleine 20 mijl. Na vertrek hebben we al gelijk pittig wind vanuit de bergen. Het heeft geregend en is dus flink afgekoeld wat een aanzienlijk temperatuurverschil tussen land en water oplevert. De landwind loopt op tot 28 knopen (7 Bf) totdat het om 11.00 uur ineens windstil is en de heersende noordenwind, 5 knopen resteert. Zo gaat dat dus hier in deze omstandigheden. Cefalù ligt prachtig tegen de rots aan gebouwd en na een wandeling van een kwartier vanuit de “jachthaven” blijkt het een mooi oud stadje waar het gezellig druk is. Deze haven is niet zo goed beschut tegen deining. In de namiddag neemt de wind verder op zee blijkbaar toe en daarmee ook de deining in de haven. Het wordt een onrustige nacht met weinig slaap door het geruk aan de landvasten.
Milazzo

Het weer in de zeegebieden om ons heen is heel onstabiel, maar gelukkig is het dinsdag bij ons goed weer om de flinke dagtocht naar Milazzo aan de oostpunt van Sicilië te maken. De kust is prachtig ruig en verrassend groen, het zal hier dus regelmatig regenen. In Milazzo maken we weer even pas op de plaats, waarna we de Straat van Messina gaan passeren. Er is een redelijk gesorteerde supermarkt op korte afstand van de marina, het is een aardig stadje met een fort op de heuvel, er is een goede douche en WiFi aan boord die het regelmatig doet! Die luxe hebben we een tijd niet gehad. Enig nadeel: het hoogseizoen tarief loopt van half augustus tot half september. De genua heeft een beschadiging opgelopen doordat deze af en toe langs de radarreflector schuurt. De reparatie met dacron tape en de naaimachine lukt goed; de radarreflector krijgt een nieuwe plek in de radarpaal achterop. De Straat van Messina is dus de volgende uitdaging die we met rustig weer willen passeren, wellicht morgen (vrijdag). Daarna ligt de Ionische zee met Griekenland aan de overkant open. Onze staanplaats in Preveza is inmiddels vastgelegd en ook de tickets naar huis zijn gekocht: vanaf 13 oktober zijn wij weer in het land.

Arrivederci!

maandag 20 augustus 2012


De Balearen: Mallorca en Menorca en de oversteek naar Sardinië

Cala de Santa Ponsa is een zeer goed beschutte baai voor vrijwel alle windrichtingen. Maar dat betekent niet dat je er heel rustig ligt want er varen heel veel (motor)bootjes wat veel deining geeft. Voor woensdag 1 augustus hebben we bedacht om bij Palma te gaan ankeren. Volgens de pilotboeken moet dat kunnen in “settled weather” en rustiger weer dan er nu en de komende dagen zal zijn kun je niet hebben. Als we bij Palma aankomen blijkt er niemand voor anker te liggen. Dat zal vast wel een reden hebben, dus na mooie foto’s vanaf de rede te hebben gemaakt besluiten we een stukje terug te varen naar Las Illetas waar we de nodige boten voor anker hebben zien liggen en terecht want het is een prachtige plek.

Palma, kasteel.

Palma, kathedraal.

Een deel van het strand is privé van een luxe hotel en de rest is mega druk dus het valt niet mee om met de dingy aan land te komen. Er blijkt iedere 10 minuten een bus naar Palma te gaan en kost maar € 1,50, perfect geregeld dus. We zoeken eerst een chandlery want voor Italië hebben we nog een pilotboek nodig voor informatie over de goede ankerplekken. Ze blijken deze niet in voorraad te hebben, maar we hebben mazzel, de volgende dag komt er eentje binnen en die kunnen we reserveren. De prijs is even slikken, € 79,50, goedkoop is het hier zeker niet. Het is bloedheet, 34 graden, niet echt weer om de stad te bekijken dus slenteren we wat langs de haven en besteden tijd aan het internet. De stad bekijken we de volgende dag, en het is absoluut de moeite waard. Een prachtige oude stad met de enorme kathedraal, een Ramblas achtige boulevard en pleinen in alle maten. Het enige is: we zijn ons fototoestel vergeten! En de foto’s met de mobiel zijn van een niet al te beste kwaliteit. In de loop van de middag krijgen we een telefoontje dat ons boek er is, jippie. Daarna snel de hitte ontvlucht naar de verkoelende bries op de ankerplek. Terug bij Las Illetas blijkt het een grote drukte met dagankeraars die soms wel erg dichtbij komen liggen. Als de wind draait gaat het maar net goed. Eentje maakt veel misbaar en denkt dat wij los liggen, maar hij vergeet dat wij veel meer ketting hebben gestoken. Uiteindelijk kiest hij eieren voor zijn geld en steekt ook maar wat meer ketting zodat er meer ruimte tussen ons komt. 

De prachtige, drukke ankerplek bij Las Illetes.
Bij Las Illetas ligt nog een andere Nederlandse boot, de Ilja van Peter en Yvonne met hond Woez. Zij blijken ook een aantal jaren in Den Oever te hebben gelegen en het is bar gezellig tijdens de borreluurtjes. Helaas zullen we hen voorlopig niet weer treffen, want zij gaan weer terug naar Lagos voor de winter. Zondag 8 augustus is Cala Llonga, aan de noordoostkust, onze bestemming. Een flinke dagtocht die we deels kunnen zeilen. Er ligt bijna niemand voor anker, maar volgens ons boek mag het wel dus een stukje zandgrond tussen het zeegras opgezocht en we liggen prima tot vroeg in de avond een mannetje van de marina komt vertellen dat ankeren niet mag. Natuurreservaat zegt hij en hij dreigt de Guardia Civil te bellen als we niet weggaan. Of het waar is weten we niet, het komt in ieder geval erg onsympathiek over, dus wij besluiten anker op te gaan en een stukje terug te varen naar Cala de sa Torre bij Porto Petro. Daar liggen meer boten voor anker. Voor de komende dagen krijgen we een staartje van een mistral, de harde noordelijke wind vanuit zuid Frankrijk, met kans op regen en onweer. De ankerplek is dan niet zo goed beschut, maar aan de noordkant van de ruime baai liggen mooring boeien zodat je daar niet kunt ankeren. De marina van Porto Petro blijkt de boeien te exploiteren. Reserveren lukt ons niet, dus we varen maar gewoon heen. Eentje blijkt geen bordje met gereserveerd te hebben dus daar maken we aan vast. Na een tijdje komt er een marinero € 15,-  per nacht innen, prijzig dus, maar we kunnen 2 nachten blijven liggen. De wind valt mee, de buien ook maar in de paar spetters die er vallen zit zo veel bruin Sahara zand dat de boot gelijk erg smerig is. Nu hadden we bedacht dat we een nacht hier in de marina gaan liggen om water in te nemen en de was te doen, zodat we de boot ook gelijk weer een opfrisbeurt kunnen geven. Het kost hier € 54,- niet goedkoop natuurlijk, maar alweer heel wat beter dan in Palma waar we € 80,- zouden hebben moeten betalen (voor de grap hadden we dat even gevraagd, hun tarieven begonnen bij 12 meter lengte). Willem ontdekt diesel onder in het motorruim. Het blijkt een lekkage in de retourleiding. Maar wat is de oorzaak? Blijkbaar komt er teveel druk, wellicht door een verstopt filter, dus die wordt vervangen. Er is hier een kleine chandlery waar we het een en ander kunnen kopen voor een provisorische reparatie. Die lijkt gelukt als we de volgende dag naar een ankerplek bij Punta de Amer varen. Het is er prachtig en heel rustig, behalve voor 1 uurtje als een glassbottom catamaran afgeladen met op housemuziek feestende jongeren deze komt verstoren. Vrijdag 10 augustus is het heel rustig weer en vertrekken we vroeg richting Menorca. Na een poosje controleert Willem weer de reparatie en helaas blijkt de lekkage terug. Hij probeert de reparatie te herstellen, maar het lukt niet de leiding volledig dicht te krijgen dus besluiten we om te keren. Porto Cristo is de dichtstbijzijnde haven met enige reparatiefaciliteiten, dus dat wordt onze bestemming. Geluk bij een ongeluk: de haven kost hier € 32,-.
Aan de kade in Porto Cristo.

We proberen een monteur te pakken te krijgen, maar dat lukt dus niet (vakantie, repareren geen Lombardini, ed.). Gelukkig lukt het wel om een monteur van de leverancier van de motor telefonisch te pakken te krijgen en na bespreking komen Willem en hij tot de conclusie dat de leiding verstopt zou kunnen zijn. Die haalt Willem helemaal los en blaast hem door. De volgende dag vinden we bij een chandler met een zeer uitgebreid magazijn voor motoronderdelen de benodigde spullen voor een goede reparatie. Door een bypass in de retourleiding van de brandstof te maken op de plek van de lekkage is het probleem opgelost. Misschien is dit al die jaren verkeerd aangesloten geweest. Onze jarrycans met diesel moeten weer eens gevuld en we roeien met de bijboot naar de dieselstijger. We moeten even wachten, want Roberto Cavalli (Italiaanse modekoning volgens de marinero) is zijn super de luxe, volledig zwarte race rib nog aan het volgooien. Hij moet € 5.600 afrekenen, wij slechts € 150! Inmiddels begint de laptop kuren te vertonen. De WiFi doet het heel vaak niet. Dan zitten we op een terras om o.a. te internetten en lukt het niet om verbinding te krijgen. Heel frustrerend. Maar nu beginnen ook andere programma’s uit te vallen. Is het een virus of kan het apparaat niet tegen deze temperaturen? In ieder geval halen we hem helemaal leeg en beginnen weer met de basisinstellingen. Vervolgens brengen we op maandag vele uren door in een bel/internet shop om alle programma’s weer te installeren. Dat is overigens een stuk goedkoper dan op een terras zitten, maar wel een stuk minder aangenaam: er is geen airco. Dinsdag 14 augustus is er in de vroege ochtend een zacht briesje uit het oosten. Een beetje tegenwind naar Menorca, voor later op de dag wordt meer zuidelijke wind voorspeld die uiteindelijk te zwak blijkt om te kunnen zeilen. We besluiten direct door te varen naar Mahón de hoofdstad van Menorca aan de zuidoost kant van het eiland. 
De baai van Mahon.

We zien namelijk een mogelijk weergaatje om de oversteek naar Sardinië te maken op donderdag. Mahón ligt in een heel diepe en brede cala met diverse eilanden. Ankeren in de cala mag bijna nergens meer, dus we maken vast aan een drijvend ponton aan de westkant van Isla del Rey. Ondanks dat er geen faciliteiten zijn op dit ponton en het centrum van de stad best nog een stukje varen is met de dingy, betalen we € 26. De volgende dag de stad bekeken die ons aangenaam verrast. In de bel/internet shop (de Wi/fi van de laptop werkt nog steeds niet goed) halen we een Grib-file op en de verwachting voor donderdag en vrijdag is nog steeds gunstig om de oversteek naar de zuidkust van Sardinië te maken. Aangezien dit zeegebied in de baan van de mistral ligt en je dat zeker niet wilt treffen onderweg bekijken we de weersinformatie extra kritisch. Over het algemeen wordt noordoosten wind verwacht met een periode meer oostelijk, dus meer tegenwind, maar heel weinig. Die nacht ankeren we aan het begin van de baai van Mahón, in Cala Taulera, tussen de (schier)eilanden en prima beschut voor alle windrichtingen. Om 7.00 uur vertrekken we richting Sardinië en toevallig gaan er nog 3 Italiaanse schepen met dezelfde koers en snelheid. We houden ze de hele 195 mijl in zicht. Zowel wind als zee zijn rustig en de windrichting komt nog wat gunstiger uit dan de voorspelling, iets minder oost en wat meer noord. Slechts een paar uren van de in totaal 35 die het neemt is er genoeg wind om te zeilen, maar we kunnen wel de hele tijd motorzeilen met voldoende snelheid om voor donker aan te komen. De nacht is donker zonder maan, maar met een prachtig heldere sterrenhemel. Vrijdag 17 augustus om 18.00 uur liggen we voor anker in een mooie baai bij het plaatsje Calasetta op het schiereiland Isola di San Antioco, aan de zuidwestkust van Sardinië. Het dorp ziet er aantrekkelijk uit, heel anders dan we de laatste tijd gewend zijn. Er zijn namelijk geen flats! Er blijkt een kade te zijn waar je gratis kunt liggen. Blijkbaar is het oorspronkelijke plan geweest deze kade te exploiteren want er staan paaltjes met elektra en water, maar het is niet aangesloten. En je moet over een paar flinke stenen klauteren om in het dorp te komen. Vast aangelegd met Europees subsidiegeld. Je kunt langszij afmeren, maar wij zien hier een goede mogelijkheid om de ankertechniek zoals we die later veel nodig zullen hebben te oefenen in een rustige omgeving. Het anker gaat voor in de grond en dan met de achterkant naar de kade. Vervolgens met de loopplank van boord. Het gaat uitstekend en we liggen bijna perfect; het enige minpuntje is dat er nogal eens wat jeugd komt zwemmen met de nodige drukte daarbij. Calasetta blijkt een heel aardig plaatsje. Zaterdagavond is er live muziek, we gaan pizza eten! Dat hebben meer mensen bedacht, het is een chaos in de restaurants. We vermaken en verbazen ons over de inefficiënte gang van zaken. Maar een andere klant verzekerd ons dat dit niet overal in Italië zo gaat. We zullen het zien. De live band speelt stevige muziek en daar houden wij wel van. De Italianen staan er nogal tammetjes bij, dus deze stijve Hollanders moeten het dansen op gang brengen en ik moet zeggen, dat lukt ons goed.

Na bijna een maand op de Balearen te zijn geweest, zijn dit dus onze eerste ervaringen in Italië en wij kunnen niet anders zegen, tot nu toe is het positief. De Balearen zijn erg mooi, maar wat ons betreft in de zomer te druk, te veel house muziek en te dure marina’s. We hebben natuurlijk slechts een heel klein deel van deze prachtige eilanden gezien, het binnenland zelfs helemaal niet, dus er blijft genoeg over om voor terug te komen.   

Zo liggen wij er nu bij, aan de gratis kade in Calasetta, Sardinie. 

donderdag 2 augustus 2012

De Balearen: Formentera en Ibiza

Als jullie dit lezen zijn wij alweer drie nachten op Mallorca waar we na een heerlijke zeildag op maandag 30 juli in Cala de Santa Ponsa ons anker lieten vallen. In het volgende bericht meer over Mallorca, nu onze ervaringen van de afgelopen twee weken.

Vrijdag de 13e juli vertrekken we vroeg voor de 60 mijl naar Moraira, althans dit is het oorspronkelijke plan. Onderweg stellen we dit bij naar Villajoyosa, iets ten zuiden van Benidorm, op 40 mijl afstand vanwege te verwachten harde wind bij Cabo Nao. Villajoyosa blijkt een heel aardige badplaats met een leuke haven. Deze is wel weer een tikje duurder, wij betalen hier € 32,05 per nacht inclusief alles. Zaterdag, zondag en maandag is er een wat hardere noordoostenwind dus wij relaxen in Villajoyosa. Maandag 16 juli blijkt er een processie ter ere van de Virgen del Carmen.
De optocht wordt voorafgegaan door twee mannen die vuurwerk afsteken wat keiharde knallen geeft. Een man en jongen slepen een visnet achter zich aan, er worden snoepjes gestrooid voor de kinderen, de fanfare doet ook mee en zo gaat de processie naar de visserijhaven. Het beeld van Virgen del Carmen gaat met de pastoor en aanverwanten op een kotter. Inmiddels is het al flink druk in de haven met allerlei boten en als de kotter uitvaart gaat de hele stoet er luid toeterend achteraan. De mensen op de kant beginnen zo zoetjes aan te vertrekken en als na ongeveer een half uur de kotter weer op z’n plek ligt is het feest weer voorbij.  
Benidorm dus.
De volgende dag varen we alsnog naar Moraira, onze springplank naar de Balearen. We passeren Benidorm en het moet gezegd: we passeerden al heel wat concentraties van flats met hotels en appartementen, maar Benidorm spant de kroon! Zowel wat hoogte als wat hoeveelheid betreft zagen we dit nog niet. Moraira is een mini-uitvoering hiervan, het is er gezellig druk. En we merken dat we de luxe oorden naderen, want de prijs gaat weer wat omhoog, € 40,- nu. Wij passen ons moeiteloos aan deze luxere omgeving aan, het zwembad op het voordek wordt in gebruik genomen. Overigens zijn wij vandaag weer over de 0-meridiaan gegaan en zijn dus terug op het oostelijk halfrond. 

Woensdag 18 juli is het dan zover; wederom vroeg op staan voor de 60 mijl naar Formentera. De voorspelling is zuid-zuid-west 3 tot 4 Bf, wat helaas bij een kleine 3 Bf blijft zodat we de hele weg de motor bijhouden. We sturen aan op Ensenada de Cabrito, een grote baai bij de enige haven op Formentera, Puerto de Sabina. Daar blijkt dat je er alleen aan een mooring mag liggen, die kun je vooraf reserveren en zijn uiteraard allemaal bezet. We worden doorgestuurd naar de ankerplaats voor het strand. Playa Trocados, en dat is op zich geen straf. Het water is zo helderblauw dat het lijkt of we in een zwembad liggen! Het is er heel druk en eigenlijk een beetje lagerwal, maar er is weinig wind dus dat is geen probleem. Vervelender is dat alle in en uitvarende scheepvaart, vooral veerponten in alle maten, veel deining veroorzaakt. De volgenden dag de rubberboot gelanceerd om boodschappen in Puerto de Sabina te doen. En dat blijkt duur: een krop sla kost € 2,20! Jullie begrijpen: wij eten die dag geen sla. Na een heerlijke zwempartij gaan we ankerop en laten dit weer vallen in de prachtige rustige Cala (=baai) Sahona. Ook hier is het heerlijk zwemwater en de zonsondergang is fabuleus.

 Voor later dit weekeinde wordt pittige noorden wind verwacht dus besluiten we naar de prima beschutte baai van San Antonio aan de noordwestkust te gaan. Er is weinig wind dus we varen op de motor maar als we tussen Ibiza en Isla Vedranell door varen zakt het toerental van de motor ineens in. Verstopt filter denkt Jeanet. Touw in de schroef denkt Willem en dat laatste blijkt te kloppen. De motor blijft het wel doen, maar maakt weinig toeren. Vanaf dat moment steekt echter ook de wind op, pal van achteren, dus we kunnen zeilend verder. Dit was ons nog niet eerder overkomen, maar ja eenmaal moet de eerste keer zijn. Op de ankerplaats van San Antonio is er gelukkig genoeg ruimte, want de achteruit werkt niet. Het is hier rustig en helder water zodat Willem met behulp van mes en pikhaak het touw uit de schroef krijgt. Bij het lostrekken van het laatste stuk touw glipt de pikhaak uit zijn handen en zinkt naar de bodem. Gelukkig lukt het de volgende morgen, bij voldoende licht om deze weer vanaf 6 meter diepte op te duiken. San Antonio stelt als plaats niet veel voor, maar blijkt de naam van Ibiza als partyeiland eer aan te doen. Er lopen veel jongelui in feeststemming rond en de housemuziek klinkt veelvuldig. Blijkbaar is er een feest waarbij je met een bodypaint moet verschijnen want die zien we die dag veelvuldig. Een party met DJ Tiësto kost € 67, Armin van Buuren slechts € 50. 
Jeanet voor fontijn in San Antonio.
Zondag vertrekken we weer met als bestemming Isla Espalmador, een eilandje tussen Ibiza en Formentera. In plaats van de voorspelde oostenwind (de eerdere verwachtte noorden wind is uitgebleven) blijkt deze zuid te zijn, pal tegen dus. Daar hebben we weinig trek in en dus besluiten we aan de westkust van Ibiza een baai uit te zoeken. Het wordt Cala Tarida. Deze is voor de zuidenwind goed beschut, maar de wind draait ’s avonds verder door naar het westen, niet hard, maar toch genoeg voor deining en dus een onrustige nacht.



Gezien de windverwachting voor de dagen verder in de week besluiten we maandag weer terug te gaan naar de ankerplek bij San Antonio. Maandagnacht is het Tiësto time in Club Mambo aan de Sunset strip. Toevallig lopen we er ’s avonds langs en blijkt hij “gepromoot” te worden door een 6 tal schaars geklede dames die elk een letter van zijn naam hoog mogen houden en er bevallig bij dansen. Helaas heren, we hadden ons fototoestel niet meegenomen.

Om Ibiza-stad te bekijken kun je als je je niet blauw wilt betalen in de marina’s (als daar al plaats zou zijn) in een baai iets ten noorden van Ibiza-stad ankeren. Maar deze baai is open naar het oosten. Aangezien de wind vrijwel continu oost is, althans de voorspelling, is dit dus de lage wal en dat is niet fijn. We vinden de oplossing door langer op de perfect beschutte ankerplaats bij San Antonio te blijven en met de bus naar Ibiza-stad te gaan. Het is een tochtje van een half uur. Er is nog veel bewaard gebleven van de oude stadsmuren, je moet er wel een pittige klimtocht voor over hebben, maar het uitzicht over zee naar Formentera is dan ook prachtig. Door de smalle straatjes dalen we weer af naar zeeniveau.
Ibiza - stad
In de baai bij San Antonio zijn een aantal mooie cala’s, o.a. Cala Basa waar we een dagje zwemmen en snorkelen. In de namiddag weer terug naar San Antonio, want er wordt pittige oostenwind voorspeld, 6 Bf. En in San Antonio is het goed bevoorraden met de Lidl op loopafstand van de landingsplaats voor de dingy. ’s Middags, in de harde wind voorafgaand aan een onweersbui, slaan we los van ons anker. Gelukkig zijn we aan boord en kunnen we op tijd ingrijpen, maar het is nou niet bepaald goed voor het zelfvertrouwen. Er blijkt een flinke kluit zeegras aan het anker te zitten waardoor het niet goed ingegraven heeft. We besluiten ons andere anker (model Delta) te gaan gebruiken. Die is wellicht beter voor dit soort ankergrond en is ook zwaarder. Het is inmiddels onweersachtig weer geworden en we wachten hier af tot dat voorbij is. We vragen in de marina wat het kost om onze watervoorraad aan te vullen. Een half uur water tappen blijkt € 9 te kosten! Dat doen we dus niet, we vragen bij een kiosk of we 3 jarrycans mogen vullen en dat mag zelfs gratis. Zo zie je maar weer dat je overal aardige mensen kunt treffen.

Van het onweer komt niet veel terecht en als zondagmiddag ook de dreiging af neemt varen we langs de prachtig ruige noordkust naar Cala Portinatx (de uitspraak mag je naar raden) vanwaar we na een rustige nacht oversteken naar Mallorca.
Cala Portinatx

donderdag 12 juli 2012

Costas del Sol en Blanca

Na twee nachtjes Benalmadéna hebben we het daar wel bekeken en ondanks de lichte tegenwind varen we de 20 mijl naar Caleta de Vélez. Gelukkig blijkt de zeedamp geen trend en blijft het heerlijk zonnig weer van tussen de 25 en 30 graden. Sinds we in de Middellandse zee zijn is het afgelopen met de drijvende stijgers met vingerstijgertjes.

Aan de kade in Roquetas de Mar; we zijn zo ongeveer de enige passant.
Hier moet je afmeren aan een betonnen kade en door een ankerlijn op te pikken die met een stuk ketting vast zit aan een blok beton op de bodem. Deze ankerlijn gebruik je als voor- of achter tros, net waar je zelf de voorkeur aan geeft. Wij kiezen er voor om met de boeg naar de kade af te meren, zodat de achterkant met kwetsbare onderdelen zoals het roer en de windvaan ver van het beton blijft. Meestal wordt je wel geholpen door een marinero zodat Willem rustig met de punt naar de kade kan varen en Jeanet de voorlijnen aan de marinero kan geven. Die vist de ankerlijn, welke bij de kade vastgemaakt zit, voor je uit het water, waarmee Willem naar achteren loopt, deze als achtertros belegt en de lijn goed strak trekt zodat de punt niet bij de kade kan komen. De ankerlijn is vaak erg smerig en begroeit met schelpen, dus door schade en schande wijs geworden draagt Willem nu handschoenen voor hij de lijn aanpakt. Via ons anker kunnen we makkelijk van en aan boord klimmen.     
Caleta de Vélez blijk een heel aardige vissershaven te hebben met een aantal pieren voor jachten. Inmiddels worden we al aardig handig in de afmeermanoeuvre, wat hier goed uitkomt aangezien de toegezegde hulp van de marinero niet komt. Ach ja, het is zondag en flink warm; daar wordt je een beetje sloom van. In Caleta de Vélez ligt de Olim van Niek en Lily afgemeerd, zij zijn zelf in Nederland dus treffen we elkaar hier helaas niet. Voor woensdag wordt een mooie west-zuid-westen 4 fot 5 Bf voorspelt, die we willen benutten om de 63 mijl naar Almerimar te varen.
Helaas komt deze voorspelde wind pas laat in de middag, dus varen we een flink deel van de dag op de motor. De prachtige kustlijn met de uitlopers van de Sierra Nevada vergoed veel. Verder naar het oosten wordt de kust ontsierd door de Spaanse versie van de kas, grote delen zijn met plastic afgedekt om de oogst sneller te laten groeien. Het is heel rustig hier met scheepvaart, af en toe een andere zeilboot, een veerpont, een vrachtschip of een boot van de Guardia Civiel. Dan trekt een drijvend stuk wit plastic zelfs de aandacht. Maar nadat we eigenlijk al gepasseerd zijn blijkt dit “stuk plastic” te leven en een zonnevis te zijn!

Almerimar is een grote, winderige projectontwikkelingshaven met veel appartementen en aanverwanten. Er is weinig te beleven dus een mooie gelegenheid voor Willem om een ideetje van hem uit te werken.
Hij maakt met 2 componenten rubber een nieuwe afdichting voor de opening waar de ankerketting onder dek gaat. Bij gebleken geschiktheid zal hiervan nog een beschrijving op het blog komen. Na twee nachten varen we met voorlopig het laatste restje westenwind naar Roquetas de Mar. De afstand is slechts kort, wind en zee zijn rustig, het is warm dus de ideale omstandigheid voor een ankerstop om te lunchen en te zwemmen. Ook heerlijk dit soort dagen! Na het ophalen van het anker blijkt de nieuwe stop voor de ankerkluis de eerste test goed te hebben doorstaan. Roquetas de Mar blijkt ook weer een heel aardige vissershaven met enkele stijgers voor jachten. Er liggen erg weinig boten, ondanks dat het er niet duur is. We betalen slechts  €11,09 per dag inclusief alles. Dit is wel nog het laagseizoentarief welke tot en met juni geldt. Dit tarief betaalden we overigens in veel andere havens waar we lagen ook, omdat de zelfstandige regio Andalusië een hele reeks havens in beheer heeft waar hetzelfde tarief geldt. Het havenpersoneel is zeer relaxed en vraagt zelfs geen borg voor de sleutels van de deur naar de kade en de toilet/doucheruimte. Het plaatsje zelf blijkt niet veel voor te stellen, maar er is wel een lange boulevard langs het strand met gezellige terrassen. En dichtbij de haven zijn twee grote supermarkten, ook niet onbelangrijk.
Op zaterdag 23 juni is er een soort van Midzomernacht feest ter ere van San Juan. Het is mega druk op het strand met barbecueënde mensen en er worden veel grote vuren gemaakt. Om 00.00 uur wordt er door de “dapperen” een duik in het niet al te koude water genomen. De eigenaar van de pizzeria vertelt ons dat het in Cordoba 48 graden Celsius is! Bij ons is het circa 20 graden koeler, dat is een heel wat aangenamer temperatuur.
Lily en Niek zijn inmiddels terug uit Nederland, hebben een auto gehuurd en komen ons opzoeken. We gaan uit eten in Almeria en kunnen met de Spanjaarden meevieren dat ze zich plaatsen voor de finale van het EK ten koste van Portugal. Het is weer bar gezellig dus we maken ruimte in onze “schuur” (de achterkajuit) zodat ze kunnen blijven slapen. Inmiddels is de wind naar west-zuid-west gedraaid, maar voor zowel vrijdag, zaterdag als zondag wordt 6 tot 7 Bf voorspeld en dat vinden we wat teveel van het goede om de volgende kaap, Cabo de Gata, te ronden. We hebben het hier prima naar ons zin dus wachten we op rustiger omstandigheden. Vooral op zaterdag is de wind hard en meten we een vlaag van 37 knopen, 8 Bf, in de haven! Zondag is de dag van de finale die we met onze Engelse buurman Les, zo ongeveer de enige andere passant die hier al 7 weken is, en zijn hond Bob bekijken. Les komt uit het noorden en is op weg naar Portugal, zodat we wederzijds nuttige informatie uit hebben kunnen wisselen over de havens waar we geweest zijn. Bob ging vandaag twee maal kort achter elkaar te water, ironisch genoeg eenmaal doordat hij met zijn zwemvest bleef haken en eenmaal doordat hij te enthousiast de loopplank op rende, zonder zwemvest. Gelukkig kan hij goed zwemmen en heeft Les een visnet met een lange stok zodat hij Bob snel weer op de hoge kade kan zetten. Voor de gelegenheid heeft Bob een Spaans gastenvlaggetje als sjaaltje om gekregen en trekt veel bekijks. We hebben een gezellige avond op het terras van de Engelse bar, ongeveer de enige met WiFi, en na de winst is het natuurlijk feest. Nou ja, feest, wij vinden het een erg bescheiden feestje. Wat getoeter, wat vuurwerk en wat gezang tot een uurtje of 2.

Op maandag is er harde oostenwind, pal tegen dus nog even geen optie om verder te trekken. Daarna zal de wind afnemen en voor woensdag wordt er in de middag een zuidwestelijke 4 Bf voorspeld, precies goed om het volgende traject te varen. In de 12 dagen dat we hier waren hebben we veel klusjes kunnen doen en vonden we zelfs de tijd om ons eerste brood aan boord te bakken.
De snelkookpan fungeerde als oven. Hoewel goed gelukt gaan we het volgende brood toch maar in de oven bakken, want we willen niet het risico lopen de snelkookpan te beschadigen. Woensdag 4 juli vertrekken we vroeg voor de 58 mijl naar Garrucha. Aangezien er in de ochtend altijd weinig wind is verwachten we Cabo de Gata (vrouwelijke kat) onder rustige omstandigheden te kunnen passeren. Deze kaap is de zuidoost punt van het vaste land van Spanje en de wind van en naar de Straat van Gibraltar heeft hier veel invloed, een kat in het nauw als het ware en die maakt rare sprongen. Maar wel een heel mooie kat! We passeren hier nog met rustig weer, maar kort na de passage trekt de wind aan en kunnen we heerlijk zeilen. De wind komt recht van achter, met de zeilen in stand melkmeisje gaat het vlot. Er staat inmiddels wel wat meer wind dan de voorspelde 4 Bf. Dat zal het kaapeffect zijn denken we, verderop zal het wel rustiger worden en het gaat zo lekker dat we besluiten er nog 15 mijl aan te knopen naar Aguilas.
Cabo de Gata, nog rustig.
En hoewel wij geen wedstijdzeilers zijn moet hier toch even vermeld worden dat wij een Sun Odessy van 45 voet met dezelfde zeilvoering vóór bleven! Maar naarmate we verder van de kat in het nauw komen neemt de wind toe in plaats van af. Flinke schuimkoppen inmiddels op de golven. De barometer zakt als een baksteen 4 millibar in 1 uur tijd, de windmeter geeft nu regelmatig 35 knopen aan, 8 Bf. Dit is zeker niet wat er voorspeld was, dus we besluiten toch onze oorspronkelijke bestemming, Garrucha, aan te lopen. De genua is inmiddels weggerold, maar als de wind uitschiet tot boven de 40 knopen moet ook het grootzeil gereefd. En hier maken wij een fout. Wij denken dat dit wel kan zonder ver genoeg tegen de wind in te draaien. Er staat te veel druk in het grootzeil waardoor de borging van de slinger voor het rolreefsysteem om de giek los schiet tegen Willem’s vinger. AU! Dat doet heel veel pijn en het vel is open dus het ziet er gelijk dramatisch uit met veel bloed. De vinger heeft eerst een pleister nodig terwijl het grootzeil er nu dus als een zandzak bij hangt. Gelukkig neemt de wind iets af, bij de volgende reefpoging draaien we wel ver genoeg tegen de wind en gaat het goed. De golven blijken trouwens erg mee te vallen. Garrucha is niet ver meer, maar bij het afmeren wordt bevestigd waarom we deze haven liever hadden overgeslagen. Er staat hier namelijk bij zuidelijke wind veel deining in de haven. De marinero dirigeert ons naar een wat krappe plaats tussen een dansende hoge motorboot en een springende zeilboot in. We komen door de deining een beetje verkeerd uit, onze zeereling komt onder de reling van de motorboot terecht en een scepterpot breekt los van het dek. Dat kan er ook nog wel bij! Eerst Willem’s vinger maar eens goed bekeken. Die is dik en stijf maar het lijkt mee te vallen en met de vinger goed in het verband kan het bloed van het dek geboend worden. De windmeter geeft als maximum 47,6 knopen (dik 9 Bf, slik!), waarschijnlijk één hele harde vlaag. Wij denken achteraf dat een lage druk gebied veel sneller en eerder dan voorspeld van noord naar zuid getrokken is en dat wij net de pech hadden op dat moment daar te varen. Dit is een enorm vervelende haven. Ook als de wind afneemt is er nog veel deining en liggen we te rukken aan de landvasten. Daarbij komt nog dat het een relatief dure haven is,  € 25.50, dat betaalden we maar een keer eerder. Toch besluiten we nog een dag te blijven voor reparatie en rust. Van dat laatste komt niet zo veel, want de scepterpot zit muur vast. De hele gereedschapskist moet er aan te pas komen om het ding van de scepter los te krijgen. Vervolgens is de reserve nergens te vinden dus moet de scepter provisorisch vast gezet worden tot we een nieuwe pot kunnen vinden. Jullie begrijpen dat dit niet een van onze betere dagen is.
Cartagena.
Via een nachtje Mazarron (het andere uiterste: goedkoop en rustig) varen we naar Cartagena. Deze stad ligt in een natuurlijke haven en is daardoor al in veel eeuwen een strijdtoneel geweest. Er is nog een en ander over uit vervlogen tijden, zoals een fort/kasteel op een hoge heuvel welke we bekijken met een mooi uitzicht op de baai en een restant van een Romeins amfitheater.
Er is een winkelgebied met een aantal mooie panden, maar verder valt de stad ons een beetje tegen. Het heeft zeker niet de charme van bijvoorbeeld La Coruňa. Zaterdagnacht is er bovendien tot 06.00 uur housemuziek, dus na twee nachten zoeken we het weer verderop. Na de passage van Cabo de Palos is er een drastische verandering van het landschap. De bergen zijn op, hier is laagland met strand en daarlangs een onafgebroken rij flats van hotels en appartementen. Dit is meer wat wij ons bij de Costa Blanca hadden voorgesteld. Na een heel rustig dagje varen op de motor ankeren we vooraan bij de haven van Tomas Maestre, prima beschut en heerlijk rustig. Dinsdag kan er een poosje gezeild worden met als bestemming Torrevieja. We zijn hier de enigen op de ankerplaats. We hadden gehoopt inmiddels wel op de Balearen te zijn, maar het blijkt lastiger te zijn om deze te bereiken dan we vooraf dachten. De wind is hier vaak noord en oost, zodat we die dagen of niet varen of slechts een korte afstand. Daarbij liggen er veel lage drukgebieden dicht bij elkaar waardoor we het te onzeker vinden om een nachtje door te varen. Om Ibiza in een dagtocht te kunnen bereiken is het ons plan om bij Morayra, 15 mijl boven Benidorm, een geschikte dag af te wachten. Geduld hebben dus.

zaterdag 16 juni 2012

Costa de la Luz en Gibraltar

Zondag 3 juni zijn we er klaar voor, weer en wind zien er goed uit voor de komende tijd, dus de trossen gaan los. Een heerlijk zeiltochtje met ruime wind naar de ankerplaats bij Culatra, 25 mijl is net een mooie afstand om weer even in te slingeren en de routine op te pakken. De ankerplaats is niet druk, het is een rustige nacht en bijna volle maan. Kortom, de perfecte start.

De volgende dag staan we vroeg op om de hele dag te kunnen benutten voor de tocht naar Mazagón. Bij het uitvaren tussen de pieren hebben we nog wat stroom mee. Ondanks dat er geen wind is kolkt het flink boven de drempel tegen de heersende deining uit het westen. Hier moet je dus niet zijn met harde westelijke wind. De wind is ruim van achteren en neemt in de loop van de dag toe tot 4 a 5 Bf. Helaas gaat de nieuwe douchezak overboord, we hadden hem nog niet eens gebruikt. De mannen van Moura Fibra blijken iets te enthousiast anti fouling over de sensor van de dieptemeter te hebben gesmeerd, want als het dieper dan 30 meter wordt kan hij de bodem niet meer zien. Dit zijn slechts rimpelingen op een heerlijke zeildag en als we vlak voor de haven van Mazagón twee grote dolfijnen zien kan onze dag niet meer stuk. Ook de volgende morgen bij het uitvaren zien we weer kort twee dolfijnen. Helaas zijn het geen types die lang bij onze boot blijven hangen, dus geen foto’s.

Werkelijk een perfecte zeildag met ruime wind en voor het komende weekeinde zien we een mogelijk weergaatje om door de straat van Gibraltar te gaan, dus we slaan Chipiona over en gaan direct door naar Rota, in de noordwesthoek van de baai van Cádiz. Bij de aanloop naar Rota, tijdens het opruimen van de zeilen, een hele groep dolfijnen bij de boot! Maar voordat we ons fototoestel hebben kunnen pakken zijn ze alweer verdwenen. Jullie moeten ons dus nog maar even op ons woord geloven zonder bewijzen.
Park in Cadiz.
Rota blijkt een heel aardig oud plaatsje, waar het zoals bijna gebruikelijk een hele zoektocht is naar een supermarkt. In de goedkope jachthaven vertrekt ook de veerpont naar Cádiz die ons bij het centrum afzet. Dit is een zeer oude stad met veel geschiedenis, een grote kathedraal, veel pleinen en pleintjes, parken en je kunt er leuk dwalen door de smalle straten. Wij hadden even niet gedacht aan de lange siësta, de winkels zijn tussen ongeveer 13.00 en 17.00 uur gesloten. Dat is een beetje jammer, maar we vermaken ons evengoed.

Donderdag 7 juni willen we eigenlijk door naar Barbate, maar de Spaanse en/of Amerikaanse marine (er is bij Rota een basis) gooit roet in het eten. Dat komt omdat er schietoefeningen zijn in een gebied ongeveer 10 mijl ten zuiden van Cádiz. Ze schieten dan vanaf land tot wel 20 mijl uit de kust. De oefeningen beginnen al om 9.30 uur en in tegenstelling tot de rest van Spanje houden ze geen lange siësta, slechts een uurtje lunchpauze (eten ze misschien ook alleen een broodje kaas?). Ook vrijdagochtend wordt er nog geoefend. We zouden òf heel vroeg weg moeten om voor 9.30 uur door het schietgebied te zijn òf pas laat vertrekken en laat in Barbate aankomen. Beiden vinden we niet aantrekkelijk, dus we blijven lekker lui tot zaterdag in Rota.

Op zaterdag wordt er niet geoefend door de marine, dus hoeven we geen rekening meer te houden met deze extra complicerende factor naast wind en tij. Want ook het juiste tij wordt weer belangrijker nu we de straat van Gibraltar naderen. Eerst kaap Trafalgar ronden, en zoals bij alle kapen wil je hier zowel stroom als wind mee hebben en liefst van dat laatst niet al te veel. Eerst is er nog weinig wind en wel een swell van circa 2 meter, dus dat is vervelend. Maar naar mate de dag vordert neemt de swell af en de wind toe tot 5 Bf zodat we lekker kunnen zeilen. We zijn een beetje te vroeg bij kaap Trafalgar zodat we de stroom nog tegen hebben en met de wind mee geeft dit toch wat extra steile golven met schuimkoppen er op. Eén hele grote dolfijn kwam één keer even kijken, wederom helaas dus. Maar, inmiddels hebben we Afrika in zicht!

In de omgeving van de jachthaven van Barbate is niets, dus na aankomst snel de fietsjes gepakt om de wedstrijd van het Nederlands elftal te zien en een gribfile op te halen met de meest actuele weersinformatie voor de volgende dag, En in tegenstelling tot de prestatie van Oranje ziet dat er nog steeds goed uit voor de passage van de straat naar Gibraltar. We staan om 5.00 uur op zodat we met het eerste licht, dat blijkt pas om 6.30 uur te zijn, te kunnen vertrekken. Er liggen hier veel netten om tonijn te vangen en die wil je wel kunnen zien en we profiteren nu zo veel mogelijk van de stroom. ’s Morgens vroeg is er nog weinig wind, maar naarmate we Tarifa naderen neemt de wind toe tot circa 6 Bf WZW, dus halve wind. Tarifa staat bekend om de vaak harde wind en doet zijn naam dus eer aan. Het is een surfmekka, maar op dit vroege uur is er nog geen surfer te zien. Het is tevens de meest zuidelijke punt van het Europese vaste land en de straat is hier op z’n smalst, slechts 8 mijl breed. Na Tarifa gepasseerd te zijn kunnen we ruimer varen en neemt de wind af. Heerlijk zeilen we langs de prachtige kust en geleidelijk komt de markante rots in zicht.. Er is zeer weinig scheepvaart in de straat, misschien mede door de crisis? Het kan ook toeval zijn.
Invaart in de baai van Gibraltar met Marokko op de achtergrond.
Naarmate we Gibraltar naderen neemt de wind weer toe, maar blijft heel ruim inkomen. Uiteindelijk blijkt de maximale wind 35 knopen te zijn geweest (8 Bf). We speren met 8 knopen door het water (9 knopen over de grond), dus toch maar even wat voorzeil weggerold, de baai bij Gibraltar in waar de wind al snel afneemt. We zijn blij deze passage ’s morgens vroeg gedaan te hebben aangezien de wind later op de dag vrijwel altijd sterker is. Dat merken we ook later op de ankerplek, waar het door de westelijke wind en deining toch een beetje oncomfortabel wordt, maar wie maalt daar om met zo’n uitzicht!

De jachthaven van La Linea de la Concepción, dat is de plaats net aan de Spaanse kant van de grens, is goed betaalbaar dus na een nachtje ankeren knopen we daar vast. La Linea blijkt best een aardige plaats, maar de reden om hier wat langer te blijven is het bezoeken van Gibraltar.
Uitzicht vanaf de rots in de straat.
De grens is vlak bij de jachthaven en kort na de grensovergang staan de touroperators klaar om je te strikken voor een tour van 2 uur voor € 25,- inclusief toegang tot de grotten en de tunnels uit o.a. WO II. Dat valt ons erg mee dus we doen het. Met 6 personen in een mini-busje met een chauffeur/gids tuffen we door de stad en de berg op. Eerst een stop bij een monument en uitzichtpunt over de straat. Jammer dat de spuuglelijke gebouwen niet te vermijden zijn op de foto’s. Dan door naar de grotten. Die verrassen ons, mooie druipsteenformaties en een theater. De aapjes leven vrij op de rots en zijn hier dus ook al te vinden. Sneller dan we eigenlijk zouden willen, het nadeel van zo’n georganiseerde tour, gaan we verder omhoog bijna naar de top. Hier worden de aapjes bijgevoerd met fruit, zodat er altijd wel een aantal te zien zijn. Het is voorjaar, dus er zijn de nodige jongen geboren die door de trotse moeder meegesjouwd worden. Genieten!
Moeder met kind.
De volgende stop is bij tunnels welke o.a. in WO II zijn uitgegraven. Er blijken meer wegen in de berg te liggen dan er buiten. De rots is dus niet zo massief als hij er aan de buitenkant uit ziet. Van hier uit is er een mooi uitzicht over La Linea met de jachthaven, de ankerplek en is duidelijk te zien dat al het verkeer van en naar Gibraltar over de start/landingsbaan van het vliegveld moet. Bizar maar waar. Als er een vliegtuig komt landen of op gaat stijgen wordt de slagboom gesloten en moet je wachten. Momenteel komen er 4 a 5 vliegtuigen per dag, alleen vanuit Engeland. Aangezien ze willen groeien wordt er een tunnel gegraven, zodat over enige tijd deze attractie verdwenen is. Op de dag dat wij er zijn is de slagboom nogal vaak gesloten, want prins Edward en zijn eega zijn op bezoek i.v.m. het 60 jarig jubileum van koningin Elizabeth. Er is vanwege dit bezoek een luchtshow wat extra starts en landingen geeft. Gibraltar is belastingvrij wat goedkope drank en shag oplevert, maar verder vinden wij het er flink duur. Zie ook ons vorige berichtje voor meer foto’s.

Ilusie op straat in Gibraltar.
De wind is inmiddels oost, pal tegen om de straat uit te komen, dus we keutelen nog een dagje in La Linea en zien het Nederlands elftal wederom verliezen. De Spanjaarden hebben medelijden met ons. Donderdag 14 juni, één maand na onze aankomst in Albufeira, is het rustig genoeg om de baai van Gibraltar uit te varen, Europa Point te ronden en de Middellandse zee in te varen. Vooraf hadden we er voor getekend!

Inmiddels zijn we via Duquesa in Benalmádena aangekomen. Het rustige weer is gebleven zodat we voornamelijk op de motor hebben moeten varen. Gisteravond hebben we hier tango gedanst, een leuk clubje onder leiding van Paula Duarte die 10 jaar in Nederland bleek te hebben gewoond en een tijdje in Amsterdam tango gedanst heeft. Ze sprak nog goed Nederlands. Voor de komende week wordt nog steeds heel rustig weer verwacht dus we denken aardig op te kunnen schieten weliswaar met behulp van de motor. Het was heel zonnig, maar trekt nu dicht met zeedamp. Hopelijk is dat geen trend, maar daarover lezen jullie de volgende keer meer.