Na onze landing volgen een paar hete dagen in Ionion Marine
(33-37 graden) met werkzaamheden in de ochtend, o.a. het lakwerk binnen wordt
afgemaakt, en strandbezoek in de middag.
De toegangspoort tot de Peloponnesos, de brug bij Patras
waar we vorig jaar gratis onderdoor voeren, blijkt prijzig: ruim 13 euri’s. Op
de terugweg maar even kijken hoe duur het pontje is. De weg vanaf Patras naar
Kalávrita gaat al aardig door de bergen met de nodige haarspeldbochten. Prima
weg overigens. In het hotel in Kalávrita zijn we bijna de enige gasten. Het
blijkt hier een wintersportplaats en dus is het nu laagseizoen.
|
Het treintje op het station van Kalávrita. |
De volgende
morgen gaat om 10.00 uur het smalspoor treintje naar Diakoftó, aan de Golf van
Patras. In een uurtje rijdt hij door de prachtige natuur van de Vouraikóskloof.
Door tunnels en over bruggetjes, maar de meeste tijd langs de kloof met het
snel stromende riviertje naast en onder
ons. Op de steile stukken wordt het treintje geholpen door een tandrad spoor
tussen de rails. Door de enige mate van hoogtevrees van Jeanet was zij er
vooraf niet helemaal gerust op, maar het blijkt totaal niet eng. Er zijn weinig
passagiers op de heenweg, dus we kunnen ongehinderd rondom kijken. We hebben besloten
om niet lang in Diakoftó te blijven, na een kwartier hebben we de volgende
trein retour. Die is een stuk drukker.
|
De Vouraikóskloof. |
|
Regelmatig gaan we door een tunnel; de tussenrails is hier goed te zien. |
|
De Vouriakóskloof. |
|
Dit beeld staat in de tuin van het
holocaustmuseum in Kalávrita. |
In Kalávrita is een holocaust museum. Op
13 december 1943 heeft de Duitse bezetter de bevolking uit de regio bevolen
naar het schoolgebouw (nu het museum) te komen, de mannen en jongens ouder dan
13 jaar gescheiden van de vrouwen en kinderen, deze weggevoerd en gefusilleerd.
Dit was een vergeldingsactie voor de vele verzetsdaden in deze regio. Vervolgens
is de school in brand gestoken met de vrouwen en kinderen er nog in! Gelukkig
hebben die kunnen ontsnappen aan de vuurzee en zijn ze verder met rust gelaten.
Indrukkwekkende getuigenissen van de overlevenden op video, ook met Engelse
ondertiteling. De rampplek zelf bezoeken we ook. Na wederom een prima ontbijt
trekken we verder naar het zuiden. Eerst komen we door de prachtige natuur rond
de berg Chelmós (het wintersportgebied), verderop bij Tripoli en Sparta is de
natuur wat saaier.
|
Een van de vele kerken/kloosters van Mistras. |
Ons doel van vandaag is Mistras, de Byzantijnse nederzetting
iets ten westen van Sparta. We zijn er iets na de middag, op het heetst van de
dag dus en dat is eigenlijk niet zo verstandig, want het is nog steeds heet
(circa 34 graden) en het ligt steil tegen de berg opgebouwd. Een voordeel is
dan weer dat het niet heel druk is. Eigenlijk alleen de kerkjes en kloosters
zijn goed bewaard gebleven, de rest is helaas ruïne (het paleis is gesloten
vanwege restauratie). In een aantal kerkjes zijn de fresco’s nog heel duidelijk
en in een van de kloosters wonen tot op heden nonnen. Er is nog een tweede
toegangspoort hoger op de berg, waar je met de auto heen kunt. Vandaar zou je
naar het kasteel boven op de berg kunnen lopen, maar dat genoegen laten we aan
anderen over gezien de afstand, de temperatuur en het stijgingspercentage! Die
Byzantijnen hadden er wat voor over om mooi te wonen, indrukwekkend hoor.
|
In dit klooster wonen nog nonnen. |
|
Zo ziet het pad er grotendeels uit. |
|
Deze kerk/klooster is deels in de rots gebouwd (zie de boog links boven) en heeft nog veel fresco's. |
|
Vanaf de hoge toegangspoort kijk je op het paleis. |
We hebben een studio gereserveerd aan de kust in een
toeristische zone iets ten zuiden van Githion. Het valt niet mee om de studio
te vinden, want de straten hebben geen namen en de huizen geen nummers. Maar
uiteindelijk vinden we ons verblijf voor de komende twee nachten, zelfs met
zeezicht vanaf het ruime balkon. In deze zone is verder eigenlijk niets, ook
nauwelijks straatverlichting, behalve dan accommodaties en één restaurant aan
het strand. Na het zelf verzorgde ontbijt (Willem vindt een bakker op 5 minuten
rijden met de auto) toeren we over de landpunt van de middelste vinger, deze
streek heet Mani-binnen.
|
Vátheia. |
De oude dorpen hebben hier een bijzondere bouwstijl,
torenhuizen genaamd. Hoge vierkante woningen met zeer weinig en uiterst kleine
ramen. Deze huizen zijn zo gebouwd vanwege de vele familievetes in deze streek.
Iedere familie probeerde een net iets hoger huis te bouwen dan de andere
familie, zodat zij die vanuit hun huis met stenen konden bekogelen. Een
heetgebakerd volkje die Manioten. Deels zijn deze woningen gerestaureerd en
bewoond, deels alweer verlaten en deels zijn het ruïnes. Vooral het dorp Vátheia is de moeite van het bekijken waard,
maar onderweg passeren we nog een aantal zeer pittoreske oorden.
|
Torenhuizen in Vátheia. |
En natuurlijk
de ruige kust en de toppen van het Taigetosgebergte in het midden. Kortom: een lust voor het oog. Vanaf de oostkust
is in de verte vaag kaap Maleas te zien op de meest oostelijke vinger (daar
waren we vorig jaar) en ook Kythera is te onderscheiden. We zwaaien even naar
Anneke en Peter.
|
De ruige kust van Mani-binnen. |
|
Bloeiende cactus in het restaurant in Githion met het waterfront op de achtergrond. |
|
Mani-buiten is veel groener. |
De toer wordt vervolgd door de streek Mani-buiten via
Kalamata naar Pylos aan de westkust. Mani-buiten is aanmerkelijk groener dan
Mani binnen. Al sinds we een aantal dagen geleden Sparta gepasseerd zijn rijden
we regelmatig door eindeloze olijfboomgaarden. Het is dus niet verwonderlijk
dat de Kalamata olijf zo bekend is. In Pylos hebben we een prachtig hotel met
uitzicht op de haven, het dorp en de grote baai. Pylos heette vroeger Navarino
en in deze baai vond in 1827 de slag van Navarino plaats. De geallieerde
troepen van Engelsen, Fransen en Russen versloegen de Turken, een belangrijke
stap op weg naar de Griekse onafhankelijkheid. In deze baai kun je heel mooi
voor anker liggen, iets om een ander jaar voor terug te komen.
Ten noorden van
de baai is nog een meer met prachtige natuur. Ook zijn er een paar mooie
stranden. De landpunt van deze meest westelijke vinger is eveneens groen en
naast de vele olijfbomen zien we hier ook veel cipressen en druiven.
|
Het meer ten noorden van de baai van Pylos. |
|
Duinen en strand zijn ook in de buurt. |
|
Het uitzicht uit de hotelkamer. |
|
Klooster in de Loúsioskloof. |
Na het uitstekende ontbijtbuffet vertrekken we weer uit
Pylos richting het noorden, naar Dimitsána. Dit bergstadje ligt tegen de Loúsioskloof
aan, dus die gaan we eerst bekijken. Tom T. stuurt ons er prima heen, maar het
staat ook goed aangegeven op de borden. Op zich is het weggetje goed, maar zo
te zien vallen er hier nogal eens wat stenen naar beneden en op het steilste
deel zijn toch een paar flinke gaten in het asfalt. En net op dit voor Jeanet
spannende deel, opeens een enorme herrie! Ze schrikt zich rot, zitten we tegen
een rots of hebben we een lekke band????? Nee, gelukkig niets van dat onheil.
Het zijn 4 straaljagers die door de kloof heen komen scheuren. Bij een van de
mini kloosters is een prachtig uitkijkpunt gemaakt, zeer spectaculair. En net
als we daar van het uitzicht staan te genieten komen de straaljagers weer over.
Wat een kolere herrie, maar wel een extra spektakel! Na nog de nodige
haarspeldbochten en geiten op de weg bereiken we Dimitsána, waar we een kamer
hebben in een gerenoveerd 18e -eeuws complex. Het hele dorp ligt
schilderachtig tegen de berg opgebouwd, met veel trappen en smalle straten. Het
is nog een hele toer om de auto op een vrije parkeerplek in de buurt van het
hotel te krijgen, maar gelukkig is Willem een puike chauffeur ook met achteruitrijden
door smalle straten.
|
Een spannende parkeerplek in Dimitsána. |
|
Voor de bewoners heel normaal om in dit soort straatjes naar boven te rijden. |
|
Het onderste gebouw is ons hotel in Dimitsána. |
|
Olympia. |
Vanuit Dimitsána gaan we Olympia bekijken. Het is wel 1,5
uur rijden, dat hebben we een beetje onderschat. Maar het blijkt geen straf,
want de weg er heen is prachtig. Bij Olympia is het een gekkenhuis met bussen.
We verwachten dus veel grote groepen op de opgraving aan te treffen, maar dat
valt gelukkig erg mee. Ook deze opgraving beslaat weer een flink oppervlak en
de meeste gebouwen bestaan alleen nog uit wat funderingen.
|
Ziet er sportief uit toch? |
Het stadion waar de
Olympische spelen werden gehouden heeft geen stenen tribunes, alleen
verhogingen van gras aan de lange zijden. Grappig is wel dat er een start/finish streep ligt, waar flink
“gebruik” van gemaakt wordt.
Van het belangrijkste gebouw, de tempel van Zeus
uit de 5e eeuw v.C., liggen de meeste pilaren er nog zo bij zoals ze
gevonden zijn en daardoor krijg je een goed idee van de omvang.
|
De omgevallen zuilen bij de tempel van Zeus. |
|
Geen kleine jongens. |
|
Olympia. |
|
Olympia. |
In het museum
zijn nog grote delen van de voorstelling te zien welke aan de kopse kanten van
deze tempel hebben gestaan. Ook de nodige andere beelden, offerbeeldjes, vazen
en dergelijke zijn hier te bewonderen.
|
De maquette in het museum geeft een aardig beeld hoe het terrein er uit heeft gezien. |
|
Olympia. |
|
Olympia. |
|
Olympia. |
|
Olympia. |
Wij denken dat er ook een zaal met de
historie van de Olympische spelen is, maar hiervoor blijkt een apart museum te
zijn en dat laten we voor wat het is. Na een ijsje in het dorp Olympia voor de
nodige afkoeling (het is nog steeds heet, zo’n 34 graden) nemen we een andere
route terug.
|
De tempel van Apollo. |
De aardige meneer van het hotel heeft ons getipt over de tempel
van Apollo (eveneens uit de 5e eeuw v.C.), 13 km ten zuiden van het
dorp Andritsaina. We hebben nog wel zin om die ook te gaan bekijken en dat
blijkt een goede keuze. De tempel staat onder een enorme tent, de restauratie
is nog in volle gang, maar er staan al veel pilaren weer overeind, waardoor de
omvang goed duidelijk wordt. Wow, indrukwekkend! Eigenlijk indrukwekkender dan
Olympia.
|
De tempel van Apollo voordat de restauratie begon. |
De dag is goed gevuld, we zijn pas na 19.00 uur terug in het hotel. En
dan zit de toer er al weer op. De reis terug naar Préveza gaat toch maar weer
over de brug bij Patras , ondanks het prijskaartje. Nu nog een paar dagen om te
wassen, de laatste spullen op te bergen, Susanne en Frank te ontmoeten (hun
Sparkling is inmiddels te water gelaten) en dan kan zaterdagochtend 12 september het
winterkleed over de Saudade waarna we aan de thuisreis beginnen die inmiddels gevorderd is tot Venetië.
|
Bijkletsen met Susanne en Frank en hun neef. |